Het Leidsch Dagblad van 20 januari 2021 geeft een overzicht van de nieuwbouwplannen in Leiden. Torens worden hierbij niet geschuwd. Leiden wil tot 100 meter de lucht in. Onze wijk komt 3 maal op de kaart voor: twee maal op het Utrechts Jaagpad en één maal bij Rhijnvreugd.
Klik hier voor het artikel.
Uit het Leidsch Dagblad van 20 januari 2021
Wel fan of geen fan van torens? Dat is de vraag
Leiden wil tot 100 meter de hoogte in
WOONITOR Leidse nieuwbouwprojecten op de kaart
Vóór 2030 wil het Leidse stadsbestuur nog duizenden woningen bijbouwen. De gemeente wil daarbij de lucht in, maar of Leidenaars dat ook zien zitten? Inwoners van de stad konden afgelopen week hun mening geven over hoogbouw tijdens de ’Leidse week van de hoogte’.
Nina Eshuis
Ik denk dat Leiden vol is, het was afgelopen weekend ook al filewandelen in het Singelpark
LEIDEN „Zullen we maar gewoon beginnen? Het is al drie over”, zegt ’stadmaker’ Gijsje Jacobs van bureau Maakdestad tegen de andere schermen. Jacobs is door de gemeente gevraagd om de ’Leidse week van de hoogte’ te begeleiden. Afgelopen week konden Leidenaars hun mening geven over woontorens in de stad middels een enquête en vijf ’digitale stadsgesprekken’ met gemeentelijk stedenbouwkundige Leon de Laat.
Op dinsdagmiddag zijn er vijf bewoners die wel wat kwijt willen. De gemeente wil graag met ze ’van gedachten wisselen’ over hoogte in de stad, zegt Jacobs. Leiden werkt namelijk aan een nieuwe hoogbouwvisie. Daarin moet komen te staan waar er wel en niet in de hoogte mag worden gebouwd, en tot hoe hoog dat dan mag. De laatste keer dat dit werd afgesproken was in 2007.
Toen is besloten dat het overgrote gedeelte van Leiden ’laagbouwgebied’ is, met gebouwen tot vijftien meter hoog en ’incidenteel een accent tot dertig meter’. In Slaaghwijk, Bio Science Park, Morskwartier en Zuidwest is veertig meter toegestaan en langs een paar drukkere wegen wordt vijftig meter getolereerd. Op drie plekken mogen nieuwe flats tot zeventig meter staan. Dan gaat het om de omgeving van het station, het gebied rond de plek waar rijksweg A44 en de Plesmanlaan elkaar kruisen, en direct achter station Lammenschans.
115 meter
Sinds 2007 is er op bouwgebied ’veel gebeurd’, zegt De Laat in zijn presentatie. In de Lammenschansdriehoek werd bijvoorbeeld, na protest van buurtbewoners, niet tot zeventig meter, maar tot 55 meter gebouwd. De ’Toekantoren’ langs de A44 kwam er niet, maar de raad ging in juni wel akkoord met de ’nota van uitgangspunten’ van de 115-meter hoge Lead-toren. Al zijn de plannen daarmee nog niet definitief; tot 28 januari kunnen bewoners bezwaar aantekenen.
Nu is het: soms wel hoogbouw, soms niet. „Dat vraagt om meer duidelijkheid in beleid”, zegt De Laat. Het stadsbestuur heeft in het beleidsakkoord afgesproken tussen 2017 en 2030 8.500 nieuwe woningen te bouwen. Dat zijn er meer dan zeshonderd per jaar. Een derde daarvan moet bestemd zijn voor sociale huur. Ook moeten er voor 2030 2.700 nieuwe studentenwoningen komen. Als je groen en water in de stad dan ook nog wilt behouden, zou het logisch zijn om de hoogte in te gaan, volgens De Laat.
Plafond
De gemeente wil daarom de drie gebieden waar bouw tot zeventig meter al is toegestaan, groter maken. Ook hebben ze drie nieuwe plekken op het oog om als ’hoogbouwgebied’ aan te merken: twee zones langs de Willem de Zwijgerlaan en een stuk bij de Churchilllaan. De Laat: „Ook is de vraag: is die zeventig meter als plafond nog langer heilig?” Op twee plekken ziet het stadsbestuur wel flats tot honderd meter voor zich: bij het stationsgebied en de paardenwei, op de hoek van Plesmanlaan en Haagse Schouwweg.
„Heeft u de telefoons bij de hand?” Tijdens het digitale stadsgesprek is ook echt alles digitaal: de deelnemers worden gevraagd via hun smartphone vragen en stellingen te beantwoorden. De antwoorden verschijnen dan weer op het videobelscherm, waar iedereen ze kan zien. ’Hoe typeert u uw houding ten opzichte van hoogbouw in het algemeen?’ is de eerste vraag. „Om in te komen”, zegt gespreksleider Jacobs. ’Geen fan van hoogbouw’ schiet als eerste omhoog. ’Wel fan van hoogbouw’ vlak daarna. Eindstand: twee fans, drie ’geen fans’.
Manhattan
Voor één bewoner is het een definitiekwestie: „Ik heb niks tegen hoogbouw, maar als het boven de zeventig meter wordt, begin ik daar wel problemen mee te krijgen.” Torens zijn in veel gevallen niet nodig, volgens een ander. „Manhattan kan in zes lagen gebouwd worden, ik heb de tekeningen hier.” Nummer drie: „Vanaf vier hoog heb je geen relatie meer met de grond. Ik denk dat Leiden vol is, het was afgelopen weekeinde ook al filewandelen in het Singelpark.” Een vierde deelnemer: „Ik kom zelf uit Leiden en ik zou hier graag willen blijven, dan zijn er gewoon woningen nodig. Ik denk dat hoogbouw daar toch een onderdeel van zou moeten zijn.”
Volgende vraag: wat vinden de bewoners van de voorgestelde hoogbouwgebieden? Nummer drie: „Als hoogbouw moet, zijn dit de locaties.” Maar hij blijft erbij: „Je hebt geen contact met de straat, dat doet iets met sociale verhoudingen tussen mensen. Laagbouw is sociaal gezien veel en veel beter.” De jongste deelnemer reageert: „Ik ben 22 en op en top student, ik ken heel veel studenten die het fantastisch zouden vinden als ze geen contact hebben met de straat vanaf het balkon.” Het sociale aspect is wel waar De Laat als stedenbouwkundige ’meer grip op zou willen hebben’, zegt hij. „Dat zou meer aandacht mogen krijgen.”
De laatste vraag van de avond: hoe kan de gemeente omwonenden het beste betrekken? ’Maak de plannen openbaar op een makkelijke, toegankelijke manier’, schrijft er een. ’Vooraf in gesprek, een-op-een-gesprekken, luisteren’, schrijft een ander. ’Laat inspraak niet aan ontwikkelaars over’ is een derde advies. ,,Dat is een partij met een duidelijk belang, die moet je geen openbaar proces laten organiseren. Zodra er wrijving ontstaat wordt dat heel ingewikkeld”, licht de auteur van de opmerking toe. Eén bewoner ziet het echt somber in wat participatie betreft: ’Niet doen, inspraak om draagvlak te genereren, is een illusie.’
Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Leids Mediafonds.